Van alle overbodige verlichting die door Overijsselaars gemeld is scoren de openbare lantaarnpalen het hoogst. Dat blijkt uit de provinciale lichthinder inventarisatie die Natuur en Milieu Overijssel heeft gehouden in het kader van de Nacht van de Nacht.
Er kwamen ongeveer 200 meldingen binnen van lichthinder. Iets meer dan de helft ging over lantaarnpalen. Sommige melders hebben last van licht dat in hun (slaap)kamer schijnt, anderen maakten melding van lantaarnpalen in het buitengebied die ze overbodig vinden. Ook waren er meldingen over wegen van Rijkswaterstaat (de N50 en A1) met overbodige verlichting en werd er gepleit om openbare verlichting langs wegen ‘s nachts te dimmen.
Naast de hinderlijke lantaarnpalen zijn er veel gebouwen die slecht of met teveel licht worden aangelicht. Mensen zijn van mening dat deze aanstraalverlichting na 12 uur ‘s avonds wel uit kan. Ook kantoorgebouwen waar ?s nachts de lampen blijven branden zijn een doorn in het oog, evenals de kassengebieden en het licht uit koeienstallen in het landelijk gebied. Dit lijkt een landelijke ontwikkeling, de laatste jaren zijn er steeds meer (gedeeltelijk open) koeienstallen in het buitengebied te zien die licht uitstoten naar de omgeving.
Gedeputeerde Ineke Bakker (Milieu en Wonen) nam de resultaten van de inventarisatie in ontvangst. Ze kondigde aan dat de provincie aan de slag gaat met de meldingen en volgende week al met Rijkswaterstaat spreekt over de verlichting langs snelwegen. Natuur en Milieu Overijssel zal de hinder van verlichte koeienstallen bij gemeenten onder de aandacht brengen.