De Nederlandse huizenprijzen van bestaande koopwoningen waren afgelopen november 20,1 procent hoger dan in diezelfde maand vorig jaar. Dat is volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Kadaster de sterkste toename in twee decennia.
Zo’n stijging was voor het laatst te zien in februari 2000, toen waren koopwoningen ook 20,1 procent duurder dan in februari 1999. Toen was de gemiddelde transactieprijs omgerekend bijna 160.000 euro. Vorige maand lag die gemiddelde prijs op 400.000 euro – nieuwbouwhuizen zijn niet in die berekening meegenomen.
Het zou kunnen dat de toename van 20,1 procent vorige maand een evenaring van de grootste prijsstijging is in meer dan veertig jaar, maar dat is niet zeker te zeggen. De gegevens van de huizenprijzen worden namelijk pas bijgehouden sinds 1995. Voor 1995 zijn de cijfers alleen per kwartaal geregistreerd.
De laatste keer dat er in een kwartaal sprake was van een nog hogere prijsstijging was in 1977, meldt persbureau ANP.
In juni 2013 bereikten de huizenprijzen van koopwoningen een dieptepunt – sindsdien is er sprake van een stijgende trend. De prijsindex was in november 2021 het hoogste ooit, meldt het CBS. Vergeleken met het dieptepunt in juni 2013 waren de huizenprijzen in november bijna 86 procent hoger.
Het aanbod aan te koop staande huizen is de laatste tijd flink geslonken. Dat drukt ook op het aantal verhuizingen. In november vonden er op de woningmarkt meer dan 16.000 transacties plaats – dat is 13 procent minder dan in dezelfde maand vorig jaar.
In de eerste elf maanden van 2021 zijn 205.528 woningen van eigenaar gewisseld – dat is 2 procent minder dan dezelfde periode een jaar eerder.