Het Buddy to Buddy project groeit snel in Nederlandse steden, en ook in Deventer neemt het aantal koppels toe. Het project koppelt bewoners aan nieuwkomers die behoefte hebben aan contact. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat maatjesprojecten kleine maar betekenisvolle effecten hebben op het welzijn en de integratie. Maar hoe succesvol is het Buddy to Buddy project? Deventenaar Peter-Paul vertelt openhartig over zijn ervaringen als buddy.
Buddy to Buddy project
Negen jaar geleden, in 2016, werd Buddy to Buddy opgericht in Zutphen. Dit initiatief ondersteunt en begeleidt nieuwkomers in de regio door hen te koppelen aan lokale inwoners. Zo krijgen zij de kans om te integreren, nieuwe contacten op te bouwen en hun weg te vinden in een voor hen onbekende omgeving. Inmiddels is het project uitgegroeid tot een landelijk netwerk. In 24 steden kunnen mensen inmiddels terecht bij Buddy to Buddy. Als deelnemer word je gekoppeld op basis van gedeelde interesses. Je leert elkaar kennen via gezamenlijke groepsactiviteiten en één-op-één-momenten. Het traject duurt in totaal vier maanden. Het doel is wederzijdse integratie: nieuwkomers uit hun sociale isolement halen en Nederlanders de kans geven kennis te maken met andere culturen. Peter-Paul Meijborg uit Deventer heeft zich aangemeld voor het project. “Je hebt gewoon verantwoordelijkheid voor je medemens,” vertelt hij. Het lag wel buiten zijn comfortzone. “Mijn familie had niet verwacht dat ik dit zou doen.” Peter is vroegtijdig gepensioneerd en brengt de wintermaanden vaak binnenshuis door. Omdat het project juist in die periode plaatsvond, besloot hij het een kans te geven.
Het project in Deventer ging van start in februari 2023. Sindsdien zijn er ongeveer 250 buddymatches gemaakt. “Bij ons draait het écht om gelijkwaardige vriendschappen, niet om hulpverlening,” vertelt Nova Lubbelinkhof van Buddy to Buddy Deventer. Tijdens het traject bieden de projectcoördinatoren begeleiding: “Ze kunnen altijd bij ons terecht.” Met Buddy Talks organiseren ze avonden waarop deelnemers hun ervaringen en struikelpunten kunnen delen. Het uiteindelijke doel is dat koppels zelf ontdekken of ze na de vier maanden willen blijven afspreken. “Als de klik er is, gaan mensen vaak op eigen houtje verder, en dat is natuurlijk superleuk. Maar soms is het na die vier maanden ook gewoon genoeg, dat verschilt per buddykoppel”, vertelt Lubbelinkhof.
Maatjesprojecten
Volgens onderzoek, een maatje voor iedereen?, van Van der Tier & Potting, werken maatjesprojecten vooral doordat vrijwilligers als coach fungeren. Dus niet als hulpverlener, maar als gelijkwaardige gesprekspartner die steun biedt, motiveert en deuren opent. De belangrijkste effecten liggen op sociaal en psychologisch vlak, meer zelfvertrouwen, een groter netwerk en het gevoel erbij te horen.
Het Buddy to Buddy project past in deze aanpak. Door nieuwkomers en inwoners één-op-één te koppelen, ontstaat informele steun die bijdraagt aan integratie en participatie. Wel waarschuwen de onderzoekers voor een té rooskleurig beeld, vrijwillige koppels kunnen niet elk probleem oplossen, en succes hangt sterk af van goede begeleiding en realistische verwachtingen.
Nieuwkomers
Expert sociale innovatie Lou Repetur benadrukt dat niet iedere nieuwkomer dezelfde is, en dat het onderscheid tussen typen migranten essentieel is. Migranten zijn een zeer diverse groep: arbeidsmigranten, studiemigranten, liefdesmigranten en nog meer categorieën. De verschillen zijn groot, en dat bepaalt wat iemand nodig heeft bij aankomst. “Over het algemeen heeft een vluchteling veel meer dwang en trauma als zij/hij of gezin aankomt. Een migrant heeft een keuze gemaakt om te komen en is vaker hoopvol. Een migrant kan kiezen voor terugkeer, een vluchteling niet.”
Bij Buddy to Buddy proberen ze die onderscheiding te maken. “Nieuwkomers zijn mensen die gedwongen hun land van herkomst moesten verlaten, en dus niet vrijwillig naar Nederland zijn gekomen, zoals expats en arbeidsmigranten.”
Volgens Repetur hebben vluchtelingen juridisch meer bescherming, zoals recht op huisvesting en na vijf jaar uitzicht op nationaliteit, maar lopen tegelijk tegen zware emotionele en praktische problemen aan. “Een vluchteling heeft veel aan een vriendschap. Ze hebben hun netwerk achtergelaten en kunnen soms zelfs geen contact onderhouden met familie omdat die dan gevaar kunnen lopen.”
De overheid zou eerst moeten nagaan wat de verschillende doelgroepen zijn in hun gemeenten om dan te kijken wat nodig is. Maatjesprojecten hebben vrijwilligers nodig en enige professionele facilitering. Daar kan een gemeente financieel aan bijdrage, maar ook met het vergroten van naamsbekendheid, legt Repetur uit.

Het diagram geeft het totale aantal inwoners van Deventer per jaar weer, waarbij in 2025 het aantal op 104.301 ligt. Daarnaast wordt het aantal nieuwkomers per jaar weergegeven. Het totale inwoneraantal stijgt van 2023 tot 2025 licht, terwijl ook het aantal nieuwkomers jaarlijks iets toeneemt. Zo biedt het diagram in één oogopslag inzicht in zowel de bevolkingssamenstelling als de jaarlijkse instroom van nieuwkomers in Deventer.

Ervaring deelnemer
De eerste ontmoeting tussen buddy’s vindt plaats tijdens een ontmoetingsfeest. “Er zijn dan zo’n zestig mensen aanwezig en de organisatie maakt het laagdrempelig met kennismakingsspellen.” Tijdens dit feest ontmoet Peter-Paul zijn buddy Shehzad uit Pakistan. Shehzad woont en werkt inmiddels 2,5 jaar in Deventer, maar heeft nog weinig sociale contacten.
Het duo onderneemt allerlei activiteiten: wandelen, schaatsen met andere koppels uit het project, en Peter-Paul ging zelfs mee naar de moskee in Nunspeet. “En dat was leuk, hoe vaak kom je nou in een moskee en spreek je met een imam?” vertelt hij. “We kregen een rondleiding en een gesprek van anderhalf uur. Voor mij was het nieuw; voor hem voelde het als een vertrouwde basis.”

Opvallend genoeg kreeg Peter ook iets terug van het project wat hij niet had verwacht: “Je komt in contact met andere Deventenaren die zich ook hebben opgegeven. Dan praat je over elkaars ervaringen. Je ontwikkelt ook nieuwe vriendschappen in je eigen stad.” En ook de locaties van Buddy to Buddy verrasten hem: “Ze organiseren cafés en ontmoetingen op plekken waar ik nog nooit was geweest.” Peter gelooft dat Buddy to Buddy bijdraagt aan de integratie van nieuwkomers, al verloopt dat per koppel anders. “Je stapt er van beide kanten vrijwillig in, dat is al positief. Het ene koppel slaagt beter dan het andere, maar mensen krijgen écht contacten.” Hij deelt een voorbeeld van een medebuddy: “Een Syrische vrouw woonde al zes jaar in Nederland en was voor het eerst in een Nederlands huis geweest.”
Op basis van zijn ervaring ziet Peter ook verbeterpunten. Volgens hem heeft zo’n traject meer tijd nodig. “Deze mensen zijn uit hun vertrouwde omgeving en vaak wat afwachtend.” Daarnaast mist hij soms structuur vanuit de organisatie. “Buddy to Buddy laat het heel vrij. Ik heb soms het gevoel dat ze niet precies weten hoe vaak ik mijn buddy zie of hoe het loopt. Bij buddy’s waar het wat minder gaat, mis ik een klein duwtje vanuit de organisatie om meer te kunnen betekenen.”
Maatjesprojecten leveren niet altijd succes op; er kunnen ook mismatches ontstaan. Peter-Paul herkent dat: “Je moet niet te hoge verwachtingen hebben, anders word je teleurgesteld.” Hoewel het officiële traject vier maanden duurt, zetten Peter en zijn buddy hun contact voort. “De frequentie is lager, maar de intensiteit hoger. We gaan echt op pad. Soms kom je bij iemand in zijn ‘inner circle’. Dat heeft tijd nodig, maar het gebeurt.”
Rol van de gemeente
Ook de gemeente Deventer ziet de voordelen van dit project. “Wij steunen het initiatief van Buddy to Buddy met een subsidie. De reden is dat wij willen dat nieuwkomers zich snel thuis voelen in onze gemeente en een netwerk opbouwen,” vertelt Rob Stiekema, beleidsadviseur inburgering van de gemeente Deventer. In het financieel jaaroverzicht 2024 staat dat de subsidie van de gemeente 30.000 bedraagt. Daarnaast ontvangt de stichting ook fondsen van Oranjefonds en VSB fonds. Ook Peter is positief: “Ik vind dat de gemeente een pluim verdient. Met lage kosten zetten ze stadsgenoten in om contact te hebben met nieuwkomers en integratie te verbeteren.”
Tip Salland1:
Stuur een e-mail naar redactie@salland1.nl