Het plan om de coronapas in te voeren in de amateursport wordt deels ingetrokken. Dat heeft demissionair premier Rutte gezegd tijdens het Kamerdebat over de coronamaatregelen. Sporters en toeschouwers bij buitensporten krijgen, zolang ze buiten blijven, geen verplichte controle van het coronatoegangsbewijs.
Het demissionair kabinet wilde dat alle amateursportorganisaties het coronatoegangsbewijs gingen controleren van sporters, publiek en andere bezoekers, zowel bij binnen- als buitenlocaties en kantines. Meteen kwam er fel protest vanuit veel sportverenigingen en bonden.
Lees ook: Coronacheck probleem voor sportclubs: nijpend tekort aan vrijwilligers voor handhaving
Het plan was namelijk onuitvoerbaar zeiden de verenigingen en verschillende sportbonden: te weinig vrijwilligers, heel veel leden en ruim toegankelijke sportparken maakten het onmogelijk de check goed uit te voeren. Ook zou het het sporten voor een groep mensen moeilijker maken, terwijl gezondheid zeker in deze tijd bovenaan zou moeten staan.
“Minder dan OMT adviseert”
Ook de Tweede Kamer uitte felle kritiek op het plan. Uiteindelijk besloot het demissionair kabinet het plan dus deels in te trekken. “We zijn bereid om aan de wens van de Kamer tegemoet te komen”, zei Rutte. “Maar we doen dan wel minder dan het OMT ons adviseert, dat zeg ik er wel bij. Mooier kan ik het niet maken.”
Geen verplichte coronapascheck voor mensen die buiten blijven dus, maar wel het advies voor het publiek om anderhalve meter afstand te houden. Als sporters of toeschouwers naar de kleedkamer, wc of kantine gaan moeten wel gecontroleerd worden. Ook op het terras op het sportcomplex of bij de club geldt de verplichte controle, net als bij de reguliere horeca.